Amerika-kenner Michiel Vos: ‘Ik vind George W. Bush aardiger dan Obama’
Hij is geboren in Groningen, studeerde rechten in Amsterdam en verhuisde op zijn 32ste voor de liefde naar New York. Sindsdien wordt Michiel Vos steevast door zijn wereldberoemde schoonmoeder Nancy Pelosi naar voren geschoven als ze een ‘softe Europeaan’ nodig heeft; staat hij standaard op de gastenlijst van het Witte Huis-kerstfeest en ontmoet hij aan de lopende band presidenten en celebrities.
In zijn net verschenen boek Vos in de VS, geeft de Amerika-kenner aan de hand van zijn ervaringen en ontmoetingen op een smakelijke en geestige manier een inkijkje in het Amerika van de eenentwintigste eeuw. Verwacht geen ingewikkeld politiek relaas, maar een luchtig, makkelijk leesbaar boek - waarin je aan het eind wellicht iets beter begrijpt waarom het in 2021 tot een bestorming van het Capitool kwam, en Trump in november mogelijk weer tot president verkozen wordt.
Michiel, je bent in Nederland. Speciaal voor de lancering van je boek?
“Ja! De officiële lancering in het College Hotel is net geweest - in totaal blijf ik twee maanden. Speciaal voor de boekentour. Heel leuk om weer even op deze manier in Nederland te zijn. Er echt te wonen. Dat is toch zeker zo’n twintig jaar geleden. Ik huur een appartement in het Red Light District, zo’n plek waar je vroeger nooit kwam. Fantastisch! Het is er eigenlijk heel mooi, totdat die Engelse gasten beginnen te zuipen. Die beginnen vroeg, niet normaal.”
Hoe zijn de eerste reacties op je boek?
“Goed, althans - het is natuurlijk pas net uit en ik lees geen online reviews, maar van bijvoorbeeld Humberto Tan en Rick Nieman heb ik al positieve berichten ontvangen. Nieman, die zelf het optimistische boek Wat wij van Amerika kunnen leren schreef, appte: ‘Ik had het mis, wat een puinhoop in dat land’. De verkoop gaat ook goed, van de uitgever begreep ik dat er al duizenden boeken verkocht zijn. En wat ook wel grappig is: mijn boekenposter hangt ineens overal, dus van vrienden krijg ik appjes als: ‘Je hangt zelfs in mijn plaatselijke supermarkt, ga eens weg!’”
In je boek vertel je dat alles in Amerika draait om: ‘sell, sell, sell’ - dus dit zou voor jou een eitje moeten zijn Michiel. Waarom is je boek voor iedereen leuk om te lezen?
“Als we in Nederland naar Amerika kijken, kijken we eigenlijk naar Nederland over tien jaar. Amerika ligt altijd een stukje voor op Europa. Dingen gebeuren er eerder en vaak net iets heftiger. We kunnen ons in Nederland nu niet voorstellen dat we hier ooit een premier zouden kiezen die ondertussen een giga rechtszaak aan zijn broek heeft hangen. Over tien jaar kan dat wel. Althans, dat is wat ik denk. Ik zie Amerika als het grootste jongetje van de klas, dat nu even zichzelf niet meer is. Ik probeer in mijn boek uit te leggen hoe het allemaal zover is gekomen en denk dat we daar een hoop van kunnen opsteken.”
Ik zou - als ik jou was - eigenlijk hebben geantwoord dat je boek ook gewoon zo heerlijk juicy is. Met name door alle beroemdheden die je steeds ontmoet.
“Shit, dat had ik inderdaad moeten zeggen. Want dat is ook zeker zo. Dat persoonlijke en anekdotische aspect, maakt het toegankelijk voor een heel breed publiek. En het past ook zo goed bij Amerika, want het is super Amerikaans om het land uit te leggen aan de hand van celebrities. Je wil weten wat Brad Pitt zegt, je wil weten wat Arnold Schwarzenegger vindt, je wil weten waarom George W. Bush aardiger is dan Obama, en je wil weten hoe Trump in het echt is. Het leuke is dat ik, met dank aan mijn schoonmoeder - in Amerika hangt de politiek samen met celebrities - al die mensen echt in privésferen spreek. Dat maakt toch wel het grote verschil met andere journalisten. Ik kom op plekken waar geen andere journalist komt.”
Wat? Is George W. Bush aardiger dan Obama?
“In Europa is iedereen verliefd op Obama, terwijl ik George W. Bush veel aardiger en toegankelijker vind. Het is niet die gekke cowboy zoals-ie soms wordt neergezet, maar een hele gezellige en slimme kerel. Ja echt, George is a hoot.”
Hoe is het om de schoonzoon te zijn van een wereldberoemde politica?
“Toen ik Alexandra - inmiddels mijn vrouw - ontmoette, was mijn schoonmoeder nog ‘gewoon congreslid’. Daar heb je er honderden van, dus dat echte besef kwam pas later. Maar eigenlijk ben ik vrij geleidelijk met de familie, ‘de clan’, meegegroeid. Inmiddels weet ik niet beter dan dat ik altijd ingevlogen kan worden door mijn schoonmoeder als ze ergens weer een ‘softe Europeaan’ bij nodig heeft. Brad Pitt in het Witte Huis? Dan weet ze bijvoorbeeld dat hij fan van Amsterdam is, en krijg ik een belletje: ‘Meeheeeel, can you come over?’. Dan moet ik even voor wat smalltalk langskomen. ‘The bikes bro, everywhere the bikes. And the dads in suits’. Vooral daar kon Brad Pitt maar niet over ophouden. Dat vaders hier in pakken en met hun baby voorop, allemaal op de fiets springen. Nouja, dat soort dingen staan dus ook allemaal in het boek.”
Je vertelt het alsof het niets is, dat babbelen met Brad.
“Het heeft me zeker in het begin wel wat gedaan, maar je wordt gewoon snel onderdeel van het geheel. Amerikanen zijn heel praktisch. Toen ik in de familie kwam, was het: oké, we hebben een Europeaan, nu gaan we hem inzetten ook. In Amerika is het ‘voor wat, hoort wat’. Dus als er iemand nodig is die wat over kunst, cultuur en geschiedenis weet - want zo zien ze Europeanen echt, die liggen allemaal dagenlang alleen maar boeken te lezen - dan word ik ingezet. Het is onderdeel van mijn leven geworden. Net als de rooms-katholieke- en politieke kalender. Er zijn conventies, openingen, verkiezingsdagen, inzweringen en feestdagen van heiligen waar nog nooit iemand van heeft gehoord. Onze familie weet precies wanneer het druk gaat worden. Mijn twee puberzoons zoons incluis. Ik hoor het ze al zeggen: ‘Oh no, not Washington again, please!’ Election Time, daar hebben zij op hun leeftijd helemaal geen zin in.”
Haha, begrijpelijk. Is er iets wat jíj niet leuk vindt aan Amerika?
“Ik noem Amerika weleens een derdewereldland, maar wel één met ambitie. Vroeger was ik er verliefd op, nu houd ik ervan - inclusief de gebreken. Ik denk regelmatig: oh, oh oh Amerika - als alles maar op de rails blijft. Het zou allemaal echt heel fout kunnen gaan, met een burgeroorlog tot gevolg. Dat is waar mensen nu openlijk op hinten. Amerika is boos, verbitterd - het heeft zin in heibel. Ik zeg altijd: als je het echte Amerika wil zien, moet je niet naar New York of Florida gaan, maar naar een Trump Rally - dan zie je echt een heel ander Amerika.”
Mis je iets uit Nederland?
“Ik mis Nederland eigenlijk vooral als ik in Nederland ben. Nu dus. Het gemak van elkaar opzoeken voor een pilsie, met je fietsje overal naartoe - dat is niet te verslaan. En wat ik ook heel leuk vind: Nederland kan écht even van jou voelen. Zoals tijdens mijn boekuitreiking. Dan komen er mensen als Beau van Erven Dorens, Ruud de Wild en Rik Nieman, en staat het vol met camera’s en paperrazzi - daar is vooral mijn vrouw dan heel verbaasd over: ‘Iedereen komt ook echt?!’. Op zo’n avond heb ik het gevoel dat ik Amsterdam héél even claim. Al is het maar voor twee minuten. New York is onclaimbaar, onneembaar - ook niet voor twee minuten. Zelfs Donald Trump kan New York niet claimen. Amerika is niet alleen groter, het is nog veel, veel groter. En it doesn’t give a fuck.”
Mis je iets als kiespijn?
“De regen. Mijn vrouw, die hier de eerste dagen met mij was, zei na de zoveelste regenbui: ‘I couldn’t live here’. Nederlanders leven letterlijk tussen de regenbuien door. Zie je ineens weer iedereen tevoorschijn komen en op z’n fiets springen.”
Wat vind je het leukste aan Amerika?
“Amerika gelooft ontzettend in zichzelf. Ondanks dat het weet: we zijn de weg nu even volledig kwijt. Amerikanen zijn flexibel en optimistisch, er heerst een ongelofelijke can do-mentaliteit. Alles is mogelijk. In Nederland zijn we eerder cynisch en ironisch - stiekem is dat makkelijker.”
Hoe ga je om met, zoals wij het noemen, het fake gedrag van Amerikanen?
“Ik zou het niet fake noemen. Het is een spelletje, een tactiek. Een slimme manier om elkaar een beetje af te tasten en elkaar in waarde te laten. The world is a stage, act it. Ik vind dat heel prettig. Als je het mij vraagt, is Nederland op dit punt gekker dan de rest van de wereld - niet andersom. Ik ken geen land waar er zo met elkaar om wordt gegaan als hier. In Nederland kun je een kwartier bij een gesprek staan, zonder dat je wordt voorgesteld. In Amerika zou dat nooit gebeuren, dat zou men extremely rude vinden. Ergens is Nederland er wel een beetje trots op een bot volkje te zijn. Dat is natuurlijk prima, maar je bent wel de enige die dat leuk vindt, die geuzenmentaliteit. Dan moet je niet gaan zeuren als andere landen het anders doen."
Na dit interview zou ik - de typische Nederlander - zeggen: ‘Je bent wel lekker normaal gebleven’.
“Daar waak ik ook wel echt voor. Dat is nog het stukje Nederlander in me. Ik probeer in mijn boek uit te leggen dat je wel Amerikaans moet worden om in Amerika te kunnen aarden, maar stiekem blijf ik ook de Nederlander die tegen zichzelf zegt: ‘Luister vriend, ga niet naast je schoenen lopen.’ Daar heeft mijn overleden moeder zeker een bijdrage aan geleverd. Die was geen fan van Amerika en vond het allemaal grote onzin. Daar was ze heel stevig in. Het helpt ook dat ik vrijwel alles wat ik nu doe, aan mijn schoonfamilie te danken heb, laten we wel wezen. Ik sta niet in het Witte Huis vanwege mezelf.”
Tot slot: ga je - als echte Amerikaan - nog voor het hoogst haalbare qua boek: een vertaling?
“Ik heb het boek echt voor Nederland en België geschreven, wat dat betreft houd ik het lekker Nederlands nuchter. Voor Amerika is het echt ‘Michiel en zijn boekje, who cares’. Een vertaling in bijvoorbeeld Frankrijk zou misschien nog wel kunnen. Vanzelfsprekend zou ik dat heel leuk vinden.”
Foto auteur: Dirk Kikstra