Ga naar hoofdinhoud
Header-afbeelding

Elke Geurts over haar boek Wie is die vrouw?: ‘Alles aan dit verhaal is ongemakkelijk’

Door de Kobo-redactie • juli 26, 2022Interviews

Vijf jaar geleden bracht Elke Geurts (1973) de roman Ik nog wel van jou uit. Een verhaal over haar scheiding en het rouwproces dat daarmee gepaard gaat. In haar nieuwste roman Wie is die vrouw? heeft Geurts een nieuwe vriend, een huis in Amsterdam-Noord en krijgt het verhaal over de liefdesbreuk een vilein staartje. Kobo sprak de schrijver over haar nieuwe werk, vreemdgaan, en de beste seksscène van het jaar.

Ik vond het een heerlijk boek, al klinkt dat wellicht wrang vanwege het onderwerp. Het roept onvermijdelijk de vraag op hóe autobiografisch het is.

“Alles wat ik schrijf is heel persoonlijk, maar niet privé. Dat is iets anders. Het gaat totaal niet om mijn privéleven. Maar om het verhaal dat ik ervan maak. De betekenis ervan is universeel. Zoals de dichteres Antjie Krog het al tegen Wende Snijders zei: ‘Als jij je navel zo precies mogelijk beschrijft, dan wordt het de navel van iedereen.’ Beter kan ik het niet zeggen. De vrouw in mijn boek is in wezen de schaduwkant die met ieder van ons meeloopt en die we allemaal niet graag onder ogen willen zien. Maar die er ook gewoon bij hoort. Pas als we die kant niet wegstoppen, kan er iets veranderen.”

Hoe vond je het om dit verhaal - jouw verhaal - te vertellen?

“Het was één van de lastigste verhalen om te delen. Ik had het verhaal over de echtscheiding en de rouw die daarmee gepaard gaat al in de wereld gezet en heb lang getwijfeld over of ik daar een vervolg aan toe wilde voegen. Dit boek gaat over ongemak, de schaduwkanten, het lelijke, moeilijke. Dat wat we liever onder het tapijt vegen. Ik ook natuurlijk! Letterlijk alles aan het verhaal is ongemakkelijk.”

Je beschrijft het ongemak wel luchtig en grappig.

“Ja, dat is iets wat bij mij past. Ik probeer dingen luchtig te bekijken. En ergens is het ook een grappige situatie. Naast dat het leven een hele toestand is, kan ik er ook altijd om lachen. Maar natuurlijk zit ik wel eens met de werkelijkheid in mijn maag. Als ik de dingen die ik meemaak opschrijf, denk ik wel eens: jeetje, dat is heftig voor die persoon.”

Er zit best weinig boosheid en drama in het boek. Als ik me in de hoofdpersoon verplaats: ik zou echt gek zijn geworden in deze situatie.

“Dat denk je misschien, maar je weet het niet - totdat je het meemaakt.”

Ik heb het meegemaakt als dochter van ouders die in zon situatie zaten.

“Oh! Jij bent ‘de dochter’. Interessant. Dat is wel een ander verhaal. Je hebt eigenlijk niets met de liefdesrelatie en het gedoe van je ouders te maken. Je kunt er als dochter weinig aan doen. En aan de andere kant voel je je wel verraden, want hij heeft ook niets tegen jou gezegd, terwijl je heel dicht bij hem staat. Dat is voor een dochter waarschijnlijk ook echt kut.”

Precies. Maar als vrouw vanzou ik ook gek worden, denk ik. Ik vond jou, of de hoofdpersoon E.G., vrij begripvol en coulant.

“Ik zou mezelf niet per se een coulant mens noemen. Maar het gaat mij in het boek echt niet om de woede. Dat zou ook geen interessante literatuur opleveren. Ik heb willen laten zien dat het niet werkt om het ergens níét over te hebben. Alles wordt alleen maar erger dan. Wel wilde ik de ruimte nemen om het verhaal - dat ook mijn verhaal is, te vertellen. Dat hoef ik niet ook onder het tapijt te vegen. Juist door het te vertellen, het gewoon te laten bestaan, kan het ook veranderen. Bovendien: als je het leest, voel je het venijn soms wel. Vond je die scène waar de vader en de moeder in de auto zitten niet bozig? Dat zij vraagt of zijn opa niet toevallig bij de NSB zat, en hij onbewust zijn rol op zich heeft genomen. Ze zitten samen in één auto, die man kan geen kant op. De vrouw blijft constant op de situatie terugkomen, met haar zogenaamd coulante hoofd.”

Dat vond ik eigenlijk heel grappig.

“Haha, ja het is ook wel grappig. Maar dat is nu precies wat er gebeurt, als je het ergens niet over hebt. Als je het meteen vergeten en vergeven hebt, zoals de vrouw in mijn boek zo hard probeert. Het venijn komt toch wel naar boven. Bij mijn hoofdpersonage in de vorm van grapjes. Daarom is het zo belangrijk dat je eerst erkent wat er is. Pas dan kun je verder.”

Het boek Ik nog wel van jou ging over de echtscheiding en de rouw die daarmee gepaard gaat. Ik las in een interview dat je met dat boek je ex-man bij je terug wilde schrijven. Pas na het uitkomen van het boek, kwam je erachter dat hij al tijdens jullie huwelijk een ander had. Dat lijkt me - zacht gezegd - ellendig.

“Het eerste boek ging inderdaad over rouwen, ik zat daar middenin toen ik het schreef. In dat boek zocht ik het bij mezelf, ik heb goed bekeken wat mijn aandeel was in de relatiebreuk, die altijd van twee kanten komt. We hadden een normale, bijna saaie scheiding. Rustig. We waren on speaking terms, aten samen, deden alles keurig. Tijdens een lezing van Ik nog wel van jou, kwam er een man tevoorschijn die beweerde dat zijn vrouw al acht jaar een relatie had met mijn ex-man. Toen dacht ik: dit is een veel beter verhaal!”

Dacht je meteen: dit is een beter verhaal? Niet: wat gebeurt er nu?

“Nee, ik dacht echt: what the fuck, dit is een veel beter verhaal. Ik denk altijd eerst aan het verhaal. En het is zo’n bizar verhaal. Je bent al vijfentwintig jaar met iemand samen. Ik had het niet verwacht, dus ik geloofde het in eerste instantie niet. Het duurde een paar jaar om het echt onder ogen te zien. Daarna dacht ik wel: ik had Ik nog wel van jou nooit op de manier geschreven waarop ik het nu geschreven heb. Absoluut niet. Dat boek heeft nu ook een andere betekenis gekregen. Als de man in die roman nu een keer weg is, denk je met de kennis van nu: waar was hij eigenlijk, hoezo ging hij een weekendje weg?”

Het doel van het eerste boek is niet volbracht.

“Nee, hij heeft het boek niet eens gelezen.”

Had je met Wie is die vrouw? ook een doel?

“Met dit boek wilde ik mezelf terugschrijven naar mezelf, in plaats van mijn ex-man terugschrijven naar mij. Dat is een wezenlijk verschil. Want: wie is die vrouw eigenlijk? Hoe is het zo gekomen dat ze zo weinig ruimte innam?”

Is dat gelukt?

“Een heel eind. Maar het blijft een zoektocht. Na een relatie van vijfentwintig jaar kost het toch flink wat tijd om jezelf opnieuw (uit) te vinden. Mijn relatie eindigde onder andere omdat ik zo’n gesloten type ben. Nu lijk ik misschien heel open, iemand die overal over praat. Maar dat was ik niet. In het boek gaat het ook voor een groot deel over het opbouwen van een nieuwe relatie. Het maken van echt contact is best moeilijk. Heel interessant. Een nieuwe liefde confronteert je met allerlei oude wonden. En je wil natuurlijk niet nóg eens dezelfde fouten maken.”

Je bent docent aan de Schrijversvakschool en vertelt je leerlingen dat ze altijd moeten schrijven over waar het ongemak en de schaamte zitten, de dingen waar je eigenlijk niet over wil schrijven.

“Klopt. Dat heb ik zelf dus ook gedaan in dit boek. Daar zit namelijk het verhaal dat je te vertellen hebt. Er zijn altijd dingen waar je je voor schaamt, waar ongemak zit, en waar je eigenlijk iets over wil zeggen maar niet durft. Als het eenmaal opgeschreven staat, is het een verhaal en kun je het er ineens gemakkelijker over hebben. Ik hoor mezelf nu echt over de gekste dingen praten.”

Bijvoorbeeld over de bef-scène in het boek?

“Ja, ik hoor mezelf nu ook tegen mijn ouders praten over de bef-scène. Die scène zegt veel over macht en de man-vrouwverhoudingen, ik vond het een interessante setting. De man wil perse dat de vrouw klaarkomt, de vrouw heeft er geen zin meer in, maar blijft wel liggen om haar vriend te pleasen. En ook omdat ze nu een vrijgevochten vrouw denkt te zijn. Vrouwen beginnen trouwens nooit over die scène, mannen altijd. Grappig dat je erover begint, al is het schoorvoetend.”

Ik las in Het Parool dat het nu al de beste seksscène van het jaar is, die kon ik natuurlijk niet laten liggen.

“Daar moet je iets mee, heel goed. Er wordt te weinig over seks gepraat, zeker door vrouwen. Over wat zíj́ graag willen en hoe zij het willen. We zitten middenin een feministische golf, maar hoe gaat het daar eigenlijk mee? Er zijn mannen die naar aanleiding van deze scène tegen me zeiden: ‘De vrouw heeft de macht, zij wil niet klaarkomen, dat doet ze expres.’ Dan heb je het niet helemaal begrepen denk ik.”

Tot slot: ben je al begonnen aan een volgend boek?

“Ja, ik ben iets nieuws aan het schrijven, met daarin weer een E.G.-hoofdpersoon. Aanvankelijk wilde ik iets compleet anders gaan doen, althans ik wilde terug naar de stijl van mijn eerste vier boeken - licht absurdistisch en duidelijk fictie. Maar nu denk ik: waarom zou ik? De mengeling tussen fictie en werkelijkheid bevalt me goed. Het wordt wel een ander onderwerp dan echtscheiding en alles wat daarmee gepaard gaat. Op dat gebied heb ik de punten die ik wilde aanstippen, wel aangestipt.”

Dus je bent klaar met het onderwerp, maar niet met de stijl.

“Met het onderwerp ben ik óntzettend klaar.”

Is Wie is die vrouw? dan ook een soort afsluiting van een bepaalde periode in je leven?

“Dat is het zeker. Nu kan ik weer iets anders maken. Het was belangrijk dit verhaal óók te vertellen. Al is het dan ongemakkelijk en ook niet per se leuk. Het moest.”

Wil je contact met ons opnemen?

If you would like to be the first to know about bookish blogs, please subscribe. We promise to provided only relevant articles.

Uw privacy-instellingen

Rakuten Kobo verzamelt en verwerkt uw gegevens door middel van cookies om de website te laten werken en goed te laten werken. Lees ons privacybeleid voor meer informatie.