Linda Jansma over haar tweede Kobo Original Verlos ons van het kwade: ‘Heerlijke soap’
Op haar twaalfde stuurde Linda Jansma (54) haar eerste verhaal naar een uitgever. Een boek werd het niet, de aanmoediging om vooral te blijven schrijven kreeg de jonge Linda wél. Door persoonlijke omstandigheden duurde het nog 25 jaar voordat haar eerste boek uitkwam: Caleidoscoop, waarmee ze in 2011 meteen de Schaduwprijs won.
Exclusief voor Kobo-lezers schreef ze eerder al In naam van de vader. En onlangs verscheen het vervolg, Verlos ons van het kwade.
Linda, vertel. Je was al op jonge leeftijd bezig met schrijven.
“Ja, ik wilde schrijver worden of dierenarts, dat staat ook in mijn dagboek. Ik schreef sowieso graag in mijn dagboek, als hobby. Dat werden op een gegeven moment verhaaltjes, waarvan ik er op mijn twaalfde eentje naar een uitgeverij stuurde.”
Wat stoer - en spannend! Wat gebeurde er?
“Er werd redelijk enthousiast op gereageerd, maar het verhaal was gebaseerd op een tv-serie, dus dat ging niet. Ze zeiden wel tegen me dat ik vooral door moest gaan met schrijven, want ze vonden mijn stijl heel leuk. Uiteindelijk is dat plan in de ijskast terechtgekomen omdat mijn moeder ziek werd en ik voor haar ging zorgen.”
Hoe is het uiteindelijk dan toch tot publicatie gekomen?
“Dat was in de tijd dat de computer in opkomst was, eind jaren negentig. Je had toen van die maillijsten voor bepaalde groepen, waarin je onder andere documenten kon delen. Ik zat toen in zo’n lijst voor hondenliefhebbers. Toen zei mijn vriendin: ‘Nou, Linda schrijft ook!’, en toen zette ik wat verhalen online. Daar was iedereen zo enthousiast over, dat ik dacht: ik stuur het toch maar weer eens naar een uitgever. Van de vier reageerden er twee. De Crime Compagnie was de eerste. Daar kwam Caleidoscoop uit, in 2010.”
Dat lijkt me een mooi moment, dat zo’n uitgever je belt.
“Ja. Het kwam voor mij op een moment dat ik niet goed in m'n vel zat. Na de dood van mijn moeder, nu 25 jaar geleden, werd mijn vader ook ziek. En mijn hond was net overleden, dus het goede nieuws was zeer welkom.”
Dat klinkt als een heftige periode. Hoe beïnvloedt je dat als schrijver?
“Het heeft vooral invloed op de snelheid. Normaal ga ik zitten en floep: daar is het. Dan doe ik gemiddeld zes weken over een boek. De afgelopen twee jaar ging dat minder. Mijn vader overleed, ik ben verhuisd naar Friesland, het zat niet mee. Als je privé veel aan je hoofd hebt, lukt het niet. Je kunt het niet afdwingen.”
Voor Kobo schreef je twee exclusieve boeken, met namen die verwijzen naar het geloof. Heb je daar iets speciaals mee?
“Nou, In naam van de vader heeft niets met het geloof te maken. Wel met iets dat er in het boek gebeurt. De tweede titel is in dezelfde stijl. Het gaat om de verlossing van iets kwaads, in dit geval van een vrouw.”
Ja, want de Gooische familie Van Foreest komt opnieuw in de problemen, hè?
“Ja. Nadat ze hun leven weer enigszins op orde hebben na de ellende die ze in het eerste deel hebben meegemaakt, komt er een vrouw in een leegstaand pand in de buurt wonen. Een vrouw die ’t Gooi twintig jaar geleden verliet na een dodelijk ongeval. Ze dringt op slinkse wijze het leven van de familie Van Foreest in, maar waarom? Ze hebben géén idee.”
Spannend! Komt daar nog een vervolg op eigenlijk?
“Nee. Het verhaal is afgerond, en klaar. Het was überhaupt nooit de bedoeling dat er een vervolg kwam. Er kwamen echter veel vragen binnen van lezers over hoe het met bepaalde mensen verder ging - en daarom kwam het er toch. Het duurde wel een tijdje, want ik zat toen precies in die nare periode met mijn vader en de verhuizing naar Friesland.”
Is het fijn om weer te schrijven?
“Ja, het gaat weer beter. Ik heb er ook weer plezier in, dat is fijn. Schrijven is geweldig, maar als je hoofd elders zit, dan wil het niet. Dan moet je er veel moeite voor doen. Nu gaat het makkelijker en wil ik ook altijd weer lekker doorgaan.”
Ja? Staat er nog meer op stapel?
“Ja, ik ben al een poosje bezig een historisch boek. Het gaat wel heel langzaam, dus het wordt een tienjarenplan denk ik. Maar dat geeft niets, want er zit geen druk achter. Ik vind het vooral heel leuk, want ik ben dol op geschiedenis.”
Tot slot: waarom moet iedereen dit tweede deel lezen?
“Het is gewoon een hele leuke soap. Goede Tijden kan er nog een punt aan zuigen, haha. Het is echt zo’n rijke familie waarin alles kan gebeuren. Heel leuk om te schrijven.”
Auteursfoto: Vicky Keulen, Photogravics