Ga naar hoofdinhoud

Lisa Weeda over debuutroman Aleksandra: ‘Toen het af was, dacht ik: holy shit, dit is echt verschrikkelijk’

Door de Kobo-redactie • juli 07, 2022Interviews

Header-afbeelding

Oktober vorig jaar bracht schrijver Lisa Weeda (33) haar debuutroman Aleksandra uit. Een zeer beeldend geschreven verhaal over haar familie, dat een hele eeuw Oekraïense geschiedenis bestrijkt.

Weeda werd door de Volkskrant uitgeroepen tot literair talent, en ontving nominaties op de longlist en shortlist van de Libris Literatuur Prijs. Met het uitbreken van de oorlog in Oekraïne werd het verhaal verdrietig actueel, en schoot het boek omhoog in de Bestseller 60 en de NRC Boeken top 10, waar het weken op nummer 1 stond. Wij spraken Weeda voor Kobo.

Het levensverhaal van je oma, Aleksandra, vormt de basis van je boek. Waarom wilde je haar verhaal graag vertellen en hoe is het tot een boek gekomen?

“Als kind was ik al geïnteresseerd in alles wat met de Tweede Wereldoorlog te maken had. Ik was een serieus kind en zag de ernst en impact van oorlogen al op jonge leeftijd in. In 2015 studeerde ik af aan de Kunstacademie met een stuk dat een soort blauwdruk was van de roman die er nu ligt, waarin ik de deportatiegeschiedenis van mijn oma onderzocht en haar heb geïnterviewd. Ze is geboren in 1924 in een dorpje in de Donbas en in 1945 naar Nederland gekomen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd ze gedeporteerd uit Oekraïne en te werk gesteld in een fabriek in Duitsland. Daar wilde ik meer van weten. Mijn oma vertelde op een gegeven moment dat ze Ostarbeiterin was. Die term kende ik niet en ben ik gaan onderzoeken. Ik kwam er achter dat er echt 1,1 miljoen meisjes uit de Sovjet-Unie zijn weggehaald en als werkkrachten voor de Duitse oorlogsindustrie werden gerekruteerd. Het verbaasde me dat ik altijd zo gefascineerd was door de Tweede Wereldoorlog, maar dat niet wist. In eerste instantie was het doel van mijn boek om de Ostarbeiterinnen een stem te geven. Toen brak in 2014 de oorlog in de Donbas uit en zag ik dat veel mensen gewoon weg keken. Mensen vergaten dat heel dichtbij huis een oorlog aan de gang was. Het doel werd steeds meer om mensen te vertellen dat Oekraïne daadwerkelijk een land is.”

Er zitten meerdere verhaallijnen in het boek, veel stijlmiddelen, het is fictie en non-fictie, én je krijgt als lezer ook een geschiedenisles over Oekraïne. Je moet je hoofd er wel bij houden tijdens het lezen.

“Klopt, het is geen makkelijk verhaal. Het boek was eerst helemaal non-fictie en had vijf verhaallijnen. Ken je die video’s van kleuters die een kubus in een driehoek proberen te stoppen? Dat was ik aan het doen. Het sloeg nergens op. Na veel puzzelen en nadenken, besloot ik dat alles op één plek moest uitkomen. Ik gaf mijn verbeelding de vrije teugels en liet de verteller, Lisa, in een andere wereld en een andere tijd belanden: het paleis van de Sovjets. Dat fungeerde als het universum waarin alles kon gebeuren. Een overkoepelend deel waarnaar de lezer steeds kan terugkeren, en waarin ik mijn overleden overgrootvader Nikolaj kon ontmoeten, die ik het verhaal van Aleksandra liet vertellen. Heel laat kwam het verhaal van Kolja er nog bij, mijn vermoorde oom. Die verhaallijn stond al klaar in een donker hoekje van mijn computer, maar durfde ik er lang niet in te verwerken. Omdat dat echt is gebeurd, en vrij recent, vond ik het gek om daarover te schrijven.”

Aleksandra was meteen een groot succes, ook al voor het uitbreken van de oorlog.

“Ja, al was ik tijdens mijn studie niet de meest ambachtelijke schrijver. Dat heeft echt moeten groeien. Ik snapte geen reet van plots. Nog steeds niet trouwens. Ik wilde wel altijd al mengvormen maken tussen fictie en non-fictie, en ik zag vaak verhalen achter beelden. Ik had veel geluk met de benoeming van de Volkskrant tot literair talent van het jaar 2022 en de nominaties voor de longlist en shortlist van de Libris Literatuurprijs, dat was allemaal voor de invasie van Rusland in februari al bekend.”

En nu is het boek echt hyperactueel.

“Ik denk dat het verhaal steeds dienender wordt. Dat is fijn, want het was ook dienend bedoeld. Ik trek je een wereld in door verhalen te vertellen die hopelijk op een persoonlijk niveau bij je blijven. Nu verdrinken we een beetje in de geopolitiek, maar je wil menselijke verhalen horen, om dichtbij te komen. En ik vind het prettig om te laten zien: ‘Jongens, dit is niet de eerste keer dat Oekraïne de lul is. Dit is al vet lang aan de gang.’ Oekraïne is altijd al een land geweest dat onder het Russisch imperialisme heeft gezeten. Met schrijven en door af en toe iets te zeggen op radio of televisie, wil ik ruimte maken voor wat er daar allemaal gebeurt. Ik heb nu ook best veel bereik op Instagram waar ik dingen post over Oekraïne. Maar tegelijkertijd blijft het de vraag wat mensen ermee doen.”

Je postte laatst dat de oorlog steeds meer van de tijdlijnen verdwijnt.

“Klopt. Er is sprake van oorlogsmoeheid. We zijn al gauw verveeld of niet meer geïnteresseerd om naar iets te kijken - of het is te eng of te zwaar.”

Is het erg dat mensen oorlogsmoe worden, of is het ook gezond om af en toe even uit te checken?

“Ik denk dat het niet meer dan menselijk is om op een gegeven moment niet meer te kunnen kijken. Het is zwaar om langer dan drie maanden te kijken naar hoe er steeds meer massagraven worden ontdekt, dat geldt voor mij natuurlijk ook. Een paar weken geleden trad ik op in Vlissingen. Dat is het einde van de wereld in Nederland en op een gegeven moment rijd je lange tijd op een N-weg, met alleen maar velden om je heen. Ik zag daar tanks doorheen rijden en bommen vallen. Toen dacht ik wel: oei, dit kan niet goed zijn. Ik heb te veel beelden geconsumeerd, en dat ben ik al acht jaar aan het doen. Daarna heb ik wel even een therapeut ingeschakeld.

Tot vorige week had ik twee maanden lang Oekraïense vluchtelingen en hun hond in huis. Ik kan me nu ‘zorgen maken’ over mijn tuin die overwoekerd is omdat er twee maanden niets aan is gedaan. Maar voor hun is de oorlog natuurlijk niet voorbij, zij kunnen niet naar huis. Dat is een dubbele reality check. Ik denk nu veel na over hoe bevoorrecht we in Nederland zijn, dat vrij zijn een groot privilege is. Soms vergeten we dat wel eens. We vinden pijn lijden, naar nare dingen kijken of erover horen, moeilijk. Ik vind dat wel platgeslagen in Nederland. We hebben echt minimale zorgen.”

Eens. Maar denk je ook niet dat je minder (lang) met iets bezig bent als het je niet of minder raakt?

“Dat denk ik wel. Neem de toeslagenaffaire, dat zal jou en mij waarschijnlijk niet geraakt hebben. Als je het niet voelt, is het moeilijk om het dicht in je leven te houden. Net als een oorlog die ver weg is. Je kunt wel ergens op een empathisch niveau voelen dat het er is, en daar even erg boos over zijn. Maar daarna gaat je leven weer verder. Ik denk wel dat we ons iets meer mogen opwinden en afvragen waarom je iets wel of niet doet. Ik ben bezig met een volgend boek waarin ik de lezer wil overhalen om na te denken over: stel dat je alleen zou hoeven dansen om gruwelijkheden tegen te gaan, zou je dat dan eindeloos willen doen?”

Wat mooi. Hoe kwam je op dit idee?

“Naast schrijven maak ik ook virtual reality installaties. Ik heb er een gemaakt over een vrouw die in de Donbas woont. Bij het dorp waar zij woont, stortte de neus van de MH17 neer. Het is een kalm, mooi verhaal, je ziet geen lijken uit het vliegtuig vallen. Wat tof is aan virtual reality: je kunt een persoon met zijn of haar lichaam in zo’n wereld zetten. Ik ben aan het onderzoeken of ik een installatie kan bouwen waarbij ik iemand uit het publiek neerzet die moet blijven dansen om te zorgen dat er niks misgaat. Tegelijkertijd ben ik het aan het schrijven. In Nederland hebben we een grote technocultuur, we vinden het leuk om hard te gaan en forever te raven. Dat willen we wel, we halen er geluk uit en gaan heel ver - tot verzuring in je lichaam aan toe. Stel dat je dat kunt doen om een ander te redden - of misschien uiteindelijk wel jezelf. Zou je dat dan doen?”

Hoe ging het met jou tijdens het schrijven van Aleksandra?

“Ik was soms erg kwaad. Maar - dat is niet per se gezond - ik kan wel naar gruwelijkheden kijken. Ik kijk als maker, dat is de sleutel die me hierin heeft gered. Ik zoek naar welk beeld het beste werkt om jou als lezer te laten zien, of eigenlijk te laten voelen, hoe pijnlijk het is. Bij de allerlaatste lezing van het manuscript kwam alles wel binnen, want toen was het af. Toen dacht ik: holy shit, dit is echt verschrikkelijk.”

Wat vond je oma van het boek?

“Ze heeft het twee keer gelezen en heeft me heel erg bedankt - met een kaart, in het Russisch geschreven. Als ik haar post stuur, schrijf ik ook in het Russisch - met hulp van Google-translate.”

Hoe is de band met je oma?

“Goed. Ik voelde me altijd al erg verbonden met haar. We hebben jaren gepraat, over haar leven, over haar familie. We hebben samen veel emotionele momenten meegemaakt waarin de oorlog in de Donbas begon, we een oom verloren, nog een oom verloren. En we lijken ook op elkaar. We zijn beiden eigenwijs en dulden niet zoveel onzin. Mijn oma is nu 97, woont op zichzelf en zij is écht stronteigenwijs. Als het zou kunnen, zou ze nog zelf de ramen zemen. Ik vind haar een leuke vrouw. Ze is cool, en sterk. Ze heeft gewoon op haar twintigste met twee zonen in Nederland een nieuw leven opgebouwd. Nu ik hier de verhalen van vluchtelingen hoor, realiseer ik me nog meer hoe knap dat is. Je moet helemaal opnieuw beginnen, en je bent nog zo jong. Dat heeft ze supergoed gedaan.”

En tot slot: wat zijn typische, mooie dingen aan Oekraïne?

“De gastvrijheid. In eerste instantie denk je: wat een norse, chagrijnige mensen zijn dit allemaal. Maar zodra je daar doorheen bent, mag je altijd blijven eten, rijden ze je gerust overal naartoe, laten ze je alles zien en mag je ’s avonds weer blijven eten. Iedereen is super behulpzaam. Ik hou ook van de weirde literatuur die daar is gemaakt. En er is meer plek voor mythologie. Een droom heeft bijvoorbeeld veel betekenis in het dagelijks leven. Als je hier iets droomt, is het van: ‘oh raar’, en dan ga je een boterham met pindakaas eten. Bovendien is het land prachtig, het heeft mooie gebieden, veel oud erfgoed. En er is geen enkele lucht zo blauw als die in Oekraïne. Zo, zo mooi blauw. Mocht het ooit weer mogelijk zijn, raad ik iedereen aan om er naartoe te reizen.”

Foto auteur: Geert Snoeijer

Wil je contact met ons opnemen?

If you would like to be the first to know about bookish blogs, please subscribe. We promise to provided only relevant articles.