Schemerleven van Jaap Robben is een ode aan de baby’s die nooit begraven werden
Het klinkt als iets uit de Middeleeuwen, maar toch gebeurde het tussen 1950 en 1980 vaak in Nederland: overleden ongedoopte kinderen werden direct na de bevalling bij de moeder weggehaald en langs de heg, op ongewijde grond, begraven. Deze trieste geschiedenis vormde de inspiratie voor het nieuwste boek van Jaap Robben: Schemerleven.
“Ik voelde niet de noodzaak om er iets mee los te maken. Ik wilde dat trauma, die ervaring, uitwerken. Ik wil dat het bestaat.”
Jaap, je bent 38, en man. Voor dit boek dook je in een heel leven van een vrouw. Een leven met liefdes, en met een kind. Hoe kom je daar?
“Nou, bepaald ongemak is voor iedereen hetzelfde. Als je als bejaarde wordt gewassen door een jong persoon, dan is dat ongemak voor iedereen hetzelfde. Dat kon ik uit mezelf halen. Ook als het gaat om een vrijscène: ik heb dat alleen met vrouwen gedaan, dus ik kan me wel een voorstelling maken van hoe dat vanuit de andere positie is.
Gek genoeg voelt het personage Frieda als heel dichtbij mezelf. Misschien omdat ze zo ver van me afstond, in leeftijd en geslacht, waardoor ik veel moest verzinnen. En fantasie is veel kwetsbaarder, veel intiemer. Als ik fantaseer dat een vrouw moet bevallen, voelt dat heel onzeker, want er is geen standaard gevoel bij een bevalling. Dus het duurde wel even voordat ik me zeker genoeg voelde om het op te schrijven.”
Ik vind dat je er met de beschrijving van een bevalling niet ver naast zat.
“Dank je. Maar ik was ook bij de geboorte van onze kinderen, ik heb de bevalling tot in detail bewonderd. Ik heb er ook hele heldere herinneringen aan - mijn vriendin had dat veel minder, zij zat echt helemaal in zichzelf. Zij beleefde het echt in een waas, ik was heel scherp.”
Dan gaan we toch naar dat aangrijpende thema van je boek: bevallen, en niet weten waar je kind is. Hoe is dit zo in jouw boek gekomen?
“Ik ben drie jaar geleden begonnen met schrijven, maar het idee voor het boek is van veertien jaar geleden, toen ik hoorde over baby’s die direct bij de moeder werden weggenomen en stiekem moeten worden begraven, op ongewijde grond langs de heg. Dat heeft me wel tien jaar beziggehouden. Ik wilde er wel over schrijven, maar ik wist niet hoe. Langzaamaan ontstaat er dan toch een idee: het wordt een boek over levenslang ergens over zwijgen, tot het punt dat het onvermijdelijk wordt. Op welk punt is dat? Waar verstopt zo’n geheim zich? Daar gaat het over. Een boek moet altijd meer worden dan de gebeurtenis, en dat heeft bij mij tijd nodig.”
Ik ben er wel van onder de indruk dat dit toch nog tot vrij recent zo ging.
“Tot in de jaren 80, met een hoogtepunt eind jaren vijftig. Onbegrijpelijk hè?
Ja.
“Ik realiseerde me tijdens het schrijven wel: het is niet kwaad bedoeld. Men dacht destijds dat het beter voor je zou zijn als het kind direct werd weggehaald. Dan heb je het niet gezien, je hebt geen beeld, geen verdriet. Die bedoeling is niet intrinsiek slecht, maar natuurlijk moet iedereen dat voor zichzelf mogen bepalen. Bovendien is die hechting er al, ook voor de geboorte. Je bent zwanger, je verwacht een kind. Dus als het kind direct bij je wordt weggehaald, dan is dat zó’n ontzettende shock. En je weet niet waar je kind is hè? En iedereen zwijgt. Dat verdriet, die ervaring, ik wilde dat het bestaat.”
Het klinkt zo dichtbij, nog.
“Ja. Het is, anno nu, ook nog steeds in ontwikkeling. Kijk maar naar de strenge abortuswet in Amerika. Terwijl je denkt dat het een verworvenheid is die we niet meer hoefden te verdedigen. Het gebeurt nog steeds dat je wordt verstoten als je ongewenst zwanger wordt en je je eigen pad kiest, bij Jehova’s Getuigen bijvoorbeeld, of streng Islamitische gemeenschappen. Zoveel is er niet veranderd, het heeft alleen een andere vorm gekregen.”
Wat was je doel, met dit boek? Het onderwerp bespreekbaar maken, het zwijgen doorbreken?
“Ik had van tevoren niet echt een doel voor ogen. Ik voelde gewoon dat dit verhaal verteld moest worden, want het ging om grote gezinnen, om tientallen kinderen - maar als ik erover vertelde in mijn omgeving, had driekwart daarvan geen idee dat het zo ging. Maar het gaat om onze (groot)ouders hè? Ik kreeg ook een mail van een mevrouw met een ontzettend persoonlijke ontboezeming erin. Ze schreef dat ze vijf kinderen was verloren, en geen idee heeft waar ze zijn.”
Jeetje. Wat zég je op zo’n bericht?
“Weinig. Ik denk ook niet dat ze per se met mij erover in gesprek wilde. Ze wilde het alleen kwijt.”
Ze had er nooit eerder over gesproken?
“Nee. En zij is niet de enige. Ik word een soort biechtstoel. Laatst kreeg ik een bericht van iemand die iets wilde vertellen, alleen aan mij. Door zijn verhaal bleek mijn fictieve personage Frieda eigenlijk op de kraamzaal te hebben gelegen met zijn moeder, snap je?
En dan denken wij, leden van een generatie waarin meer gepraat werd, onze ouders wel te kennen. Je denkt dat je alles weet en bespreekt - maar toch zijn er dat soort verledens, die ooit zijdelings benoemd maar nooit bespróken zijn. In heel veel gevallen denk je: hoe kun je dat een leven lang geheim houden?”
Ja. Dat zwijgen.
“Ja. Als je eenmaal begint met zwijgen, kun je dat maar beter doorzetten.”
Tot je leven opeens heel anders loopt, zoals bij Frieda.
“Precies. Als haar man niet was overleden, was die wond nooit meer opengegaan. Nu komt zijn dood als een soort boemerang bij haar terug en heeft ze hele andere associaties. Rouw om oude rouw.”
Maar, voor we al te treurig worden, het boek is meer dan verzwegen verdriet.
“Zeker! Er zit ook lichtheid in het boek, en een liefdesrelatie. Het is ook een boek over generaties, en onbegrip naar elkaar. Over een zoon die met zijn hoofd op z’n smartphone zit, en zijn moeder niet kan peilen omdat hij niet echt toegang tot haar heeft. Ook dat is heel herkenbaar.”
Tot slot ben ik benieuwd: wat lees je zelf graag?
“Heel divers. Zo las ik Oogst, van de Vlaamse schrijfster Sien Volders. Het boek gaat over een Roemeense moeder die naar Sicilië vertrekt om haar zoon daar een beter leven te bieden. Het is een prachtig, gedetailleerd en liefdevol verhaal dat niet de aandacht heeft gekregen dat het verdiende omdat het in coronatijd is uitgebracht. Dikke tip.
Net als Dit soort kleinigheden van de Ierse schrijfster Claire Keegan. Dat gaat over een kolen- en houthandelaar Bill, wiens kwartje gelukkig de goede kant opviel nadat zijn moeder op haar vijftiende zwanger uit huis werd gezet. Als Bill, inmiddels vader van vijf dochters, in een klooster ziet hoe vrouwen daar behandeld worden, besluit hij om iets te doen. Echt een juweeltje.”
Schemerleven is nu te koop. Eerder verschenen van Jaap Robben de romans Birk en Zomervacht.
Foto auteur: Stephan Vanfleteren