Ga naar hoofdinhoud
Header-afbeelding

Sunny Bergman ging op zoek naar haar nazi-opa: ‘Spijt? Nee, dat niet’

Door de Kobo-redactie • mei 08, 2023Interviews

In haar nieuwste boek Mijn nazi-opa probeert Sunny Bergman (50) het verleden van haar opa die ze nooit heeft gekend, uit te pluizen. Een Duitse burgemeester die een kind verwekte bij zijn dienstmeid, Bergmans’ oma. Naar het kind - Bergmans’ vader - keek hij niet meer om. Wat voor effect heeft deze ontstaansgeschiedenis op haar vader? En op haarzelf? Samen met haar vader duikt Bergman de familiegeschiedenis in. Het resultaat is een persoonlijk en indringend verhaal.

Wanneer hoorde je voor het eerst dat je een nazi-opa had?

“Goede vraag, je bent niet de eerste die hem stelt. Maar ik kan het me dus niet meer herinneren. Al zal mijn vader het mij niet toen ik vijf was verteld hebben…”

Kan je je nog wel herinneren wanneer je er wat van vond?

“Mijn vader vertelt vaak dat ik als klein kind van een jaar of drie, vier al volwassenen interviewde zodra ik de kans kreeg. Ik was eindeloos nieuwsgierig en ik kan me wel herinneren dat ik dat ook was naar het verhaal over mijn opa. Rond mijn dertigste begon ik me steeds vaker af te vragen wie die man was en wat er precies was gebeurd. Een kwart van mijn genen is afkomstig van iemand die meedeed aan een nazistisch regime. Wat is het effect daarvan op ons? Mijn vader en ik fantaseerden er toen al over om een documentaire te maken over onze familiegeschiedenis.”

Toch duurde het nog even voor je echt op onderzoek uitging.

“Ja, het was toen niet het juiste moment vanwege mijn halfbroertje en zusje die nog op school zaten en ermee gepest konden worden. Bovendien zou zo’n documentaire veel te beladen zijn geweest voor mijn oma, die nog leefde. Een aantal jaar geleden werd mijn vader ziek, hij kreeg een dwarslaesie. Ik bracht meer tijd met hem door. Dat was wél een goed moment om onze geschiedenis verder te onderzoeken.”

Er was weinig bekend over je opa. Het was best een moeizame zoektocht hè?

“Ja, ik kan wel zeggen dat ik mezelf niet super geslaagd vind. Wat dat betreft.”

Dan ben je wel streng voor jezelf.

“Misschien wel. Ik heb in ieder geval bewondering voor goede archief-researchers. Ik heb mijn best gedaan, maar het was inderdaad een moeilijke zoektocht. Ook omdat mijn oma, vlak voor de geallieerden kwamen, van haar baas (de burgemeester, Sunny’s opa, red.) alle papieren moest verbranden. Bewijs van wat hij allemaal tijdens de oorlog heeft gedaan, is er dus niet.”

Wat hoopte je over hem te ontdekken?

“In het begin van mijn zoektocht hoopte ik nog een beetje dat hij net zoals zoveel Duitsers in die tijd min of meer gedwongen was om zich aan te sluiten bij de nazi’s en zo slecht niet was. Maar gaandeweg werd duidelijk dat hij wel degelijk van alles op zijn geweten had.”

Zoals?

“We ontdekten dat hij al in 1931 lid werd van de NSDAP, nog voor de Hitler aan de macht kwam. Hij was dus een overtuigd nationaalsocialist. In 1938 werd hij aangesteld als burgemeester van Rahden. De geschiedenis kwam het dichtstbij toen ik een oude man ontmoette die voor hem gewerkt had. Hij omschreef mijn opa als een niet onsympathieke, maar zakelijke en autoritaire man. En hij had net zo’n Duitse herder als Hitler. In 1942 woonden er geen Joodse inwoners meer in Rahden. Ongetwijfeld heeft mijn opa daarbij een actieve rol gespeeld. Wat ik over hem leerde, viel dus zeker niet mee.”

Hoewel de titel (en mijn vragen) doen vermoeden dat je boek alleen over de zoektocht naar je opa gaat, gaat het over veel meer dan dat.

“Klopt. Ik schreef het boek over een tijdspanne van zes jaar. Niet fulltime hoor. In het begin wilde ik een journalistiek historisch onderzoeksboek schrijven, maar gaandeweg ontdekte ik dat de hele zoektocht een groot innerlijk proces was. Ik richtte me steeds meer op de ingewikkelde familiepatronen die zo’n geschiedenis teweeg brengt. En hoe je daarvan los kan komen. Het werd een verslag over intergenerationeel trauma (trauma dat van generatie op generatie wordt doorgegeven, red.).

Daarnaast kaart ik ook maatschappelijke thema’s aan zoals kansenongelijkheid, antiracisme en het huidige antisemitisme: het gevaar voor een fascistisch regime ligt altijd op de loer.”

Vind je het spannend dat iedereen je boek nu kan lezen?

“Ja. Al was ik tijdens het schrijven niet bezig met wat mensen ervan zouden gaan vinden. Als ik daar wel aan denk, ga ik op slot. Maar nu journalisten me allerlei vragen stellen, realiseer ik me: ‘oh fuck, iedereen kan ‘mijn’ verhaal lezen’. Ik heb wel het gevoel alsof ik in mijn blootje rondloop.”

Heb je spijt?

“Nee, dat zeker niet. Maar wat ik wel ingewikkeld vind: omdat het boek zó persoonlijk is, voelen journalisten zich gerechtvaardigd zeer intieme vragen te stellen. Niet alleen over mij, maar ook over mijn ouders, ex en kinderen. Zij hebben het boek gelezen en hun goedkeuring gegeven, maar ze hoeven misschien niet nog meer persoonlijke dingen over zichzelf in de krant terug te lezen.”

Mag ik wel vragen wat je vader van het boek vindt?

“Zeker. Nadat hij het gelezen had, appte hij me: ‘Het is een pareltje. Ik ben trots’. Tijdens de boekpresentatie werd hem voor een zaal met driehonderd mensen gevraagd wat hij ervan vond. Toen antwoordde hij: ’Nou ja, het is niet echt mijn interessegebied, al dat gepsychologiseer. Maar ze heeft een goed werkstuk geschreven.’”

Lachend: “Alsof ik nog op de middelbare school zit.”

Foto auteur: Jildiz Kaptein

Wil je contact met ons opnemen?

If you would like to be the first to know about bookish blogs, please subscribe. We promise to provided only relevant articles.